Een kat in een flat
Wat als je kat niet naar buiten kan?
Er zijn talloze redenen waarom mensen hun kat (liever) binnen houden. Veel stadsbewoners hebben simpelweg geen toegang tot een tuin of balkon, maar willen wel graag een kat. Andere mensen houden hun kat liever binnen uit vrees dat hem buiten iets overkomt of dat hij de weg kwijt raakt. En dan zijn er nog die enge verhalen over griezels die (vaak dure) raskatten jatten.
Katten binnenhouden lijkt de veiligste keuze. Echter, ook binnen zijn er risico’s voor katten. Dichtslaande deuren of kiepramen zijn beruchte gevaren binnenshuis voor katten. Maar er zijn meer risico’s. Denk aan giftige kamerplanten of bloemen (lelies), insecten (wespen), katten die oneetbare zaken eten (veters) of ongedierte vangen en opeten dat verzwakt is door ziekte of gif.
Kun je een kat z’n leven lang binnenhouden?
Een kat hoeft niet per se naar buiten om gelukkig te zijn, maar je moet je wel realiseren wat dat betekent voor je kat.
Een voorbeeld: een kat is een jager. Ook bij een kat die nog nooit een muis heeft gevangen blijft de ingebakken behoefte bestaan om op jacht te gaan. In de natuur zijn katten het grootste deel van de dag bezig met zoeken en jagen voor eten. Thuis staat een bakje met brokjes klaar. In feite ontneem je daarmee je kat dus een basisbehoefte.
Wat betekent niet kunnen jagen voor kat?
Tuurlijk zijn er ook schootkatten die het heerlijk vinden wanneer hun hapje iedere dag klaar staat en ze er niets voor hoeven doen, maar voor de meeste katten die niet kunnen jagen geldt:
- Dat ze uit verveling veel meer uren slapen, tot wel 16 uur per etmaal. Voor de goede orde, zoveel slapen is niet normaal. Boerderijkatten bijvoorbeeld slapen helemaal niet zoveel, zo’n 7 tot 12 uur per etmaal.
- Uit pure verveling kunnen katten gaan klieren, meubels slopen of zelfs agressief gedrag ontwikkelen zoals het jagen op handen en voeten.
- Door gebrek aan lichaamsbeweging worden ze te dik en te dik zijn is voor katten net zo ongezond als voor mensen. Het betekent dus vaak dat ze eerder ziek worden, vatbaar zijn voor aandoeningen, maar ook dat ze zichzelf niet goed meer kunnen verzorgen omdat ze niet overal bij kunnen en bijvoorbeeld hun vacht verwaarlozen.
Wat kun je doen?
Prikkel het jachtinstinct van je kat en doe dat iedere dag door bijvoorbeeld:
- Brokjes in huis te verstoppen of door de kamer te gooien waar je kat achteraan moet rennen, zet geen bakje neer.
- Dagelijks met je kat te spelen met een hengel (voor speltips bestel de Stadskatten brochure ‘Spelen’).
- Bedenk hoe of waar je kat wel op onderzoek uit zou kunnen gaan. Kun je (veilig) toegang geven tot het trappenhuis, zolder of Frans balkon? Kun je veren of takjes meenemen van buiten? Kun je met je kat op stap? (Zie ook Uitlaattips voor katten)